In de jaarlijkse openbare Nutslezing van het Nut Rotterdam worden actuele maatschappelijke thema's behandeld door gezaghebbende sprekers.

Nutslezing 2024

Een nieuwe Chinastrategie voor Nederland

Dr. Frans-Paul van der Putten

12 februari 2024 | Arminius Rotterdam

Een nieuwe Chinastrategie voor Nederland

Een verslag van de Nutslezing 2024 door Henriette van Wermeskerken


Frans-Paul van der Putten laat zien welke invloed China heeft in de wereld. Vanuit de actualiteit geeft Van der Putten inzicht in hoe de gevestigde mogendheden VS, Rusland en de EU op China’s groeiende invloed reageren En wat dit betekent voor Nederland en in het bijzonder ook voor havenstad Rotterdam? Nederland heeft een Chinastrategie nodig die duidelijk maakt wat de uitgangspunten en doelen zijn bij het omgaan met China en de geopolitieke ontwikkelingen die daar mee samenhangen.

Lees meer

‘China is een wereldmacht. Dat uit zich in het feit dat China permanent lid is van de Veiligheidsraad van de VN, iets dat maar voor vijf landen is weggelegd. De voorganger van de huidige Volksrepubliek China was een van de medeoprichters van de VN in 1945. Dat China een wereldmacht is blijkt verder uit het feit dat China na de VS de grootste economie van de wereld heeft, uitgedrukt in bruto nationaal product. En ten derde ontwikkelt China zich snel op technologisch gebied. Een land dat over geavanceerde technologie beschikt kan zich economisch en militair ontwikkelen en invloed uitoefenen. Er zijn op dit moment maar twee wereldmachten: de VS en China. De relatie tussen die twee bepaalt in grote mate de geopolitieke dynamiek.’

Sterker

‘Vanaf het midden van de vorige eeuw is China economisch machtiger geworden. In 2010 haalde China Japan in als tweede economie. Het land wordt aangestuurd door de Communistische Partij China, een partij met bijna honderd miljoen leden. De partij, niet alleen via topman Xi Jinping maar ook als organisatie, beheerst het bestuur en gebruikt zijn macht om het politieke voortbestaan veilig te stellen. Nationale verkiezingen zijn er niet. China streeft nationale welvaart en nationale veiligheid na. Dat doen alle landen, maar bijzonder aan China is dat het een relatief nieuwe wereldmacht is. Het concept van nationale veiligheid is anders dan in de Westerse wereld. Het koloniale verleden heeft een zwaar stempel op China gedrukt. Geopolitiek gezien streeft China ernaar om sterker te worden zodat het land niet het risico loopt dat buitenlandse mogendheden invloed kunnen uitoefenen of het land onder druk kunnen zetten. De meeste voormalige koloniale gebieden hebben dat potentieel niet, maar China wel, net als India.’

Macht

‘De macht die China in de wereld heeft is zowel militair als economisch. De militaire macht ontwikkelt zich snel. China gebruikt deze vooral in territoriale geschillen in de regio, en ook in de relatie met de VS en met Rusland. China gebruikt de macht bijvoorbeeld om dreiging uit te oefenen. Als Taiwan zich onafhankelijk zou verklaren, grijpt China militair in, heeft het aangekondigd. China ziet de VS als de erfgenaam van Groot Brittannië, een land dat inmiddels geen wereldmacht meer is. China en Rusland zijn sinds de jaren negentig nader tot elkaar gekomen en hebben nu een goede relatie. De economische macht als bron van China’s invloed in de wereld speelt de grootste rol. Voor veel landen is China de grootste of een van de grootste handelspartners. China is een belangrijke investeringspartner en voor ontwikkelingslanden een bron van leningen. Ook de VS hebben van China geleend doordat China Amerikaanse staatsobligaties kocht. Veel landen willen een goede relatie met China, ook Nederland.’

Infrastructuur

‘Het Belt and Road Initiative is een plan dat de Chinese regering in 2013 heeft opgesteld om handel met Azië, Afrika en Europa te bevorderen en zo economisch te groeien. Centraal in het plan staat China’s betrokkenheid bij de aanleg van transport-, communicatie- en energie-infrastructuur. Op de kaart ‘BRI and China’s International Trade’ zijn de belangrijkste handelscorridors weergegeven. China heeft belang bij het zo efficiënt mogelijk functioneren van handelsroutes. Er is export naar de EU, en import van energie en grondstoffen uit o.a. het Midden-Oosten en Afrika. China is een belangrijke partner voor ontwikkelingslanden. Voor Europese landen is China als handelspartner belangrijk. Nederland is afhankelijk van internationale handel en Rotterdam speelt met de haven en alles daaromheen een centrale rol. Chinese bedrijven zijn grote spelers bij het containervervoer. China en Duitsland zijn belangrijke handelspartners; die handel gaat vaak via Rotterdam. Daarnaast hebben Chinese bedrijven geïnvesteerd in het havengebied, net als Hutchison uit Hong Kong. De aandacht daarvoor groeit, er zijn Kamervragen gesteld. Door de Chinese betrokkenheid bij de maritieme handel wordt Nederland afhankelijker van China. De vraag is hoe groot die afhankelijkheid wordt en hoe we daarmee om moeten gaan.’

Rivaliteit

‘China’s opkomst als wereldmacht heeft geopolitieke gevolgen. Het kan tot een situatie leiden die vergelijkbaar is met de Koude Oorlog. Het gaat om de geopolitieke rivaliteit tussen de VS en China. Twintig, dertig jaar geleden was de wereldorde sterk Noord-Atlantisch georiënteerd. Daar lag het geopolitieke en economische zwaartepunt, met daarbinnen een Westerse kerngroep waartoe ook Japan hoorde, met de VS als leider. Nu verschuift het zwaartepunt naar het gebied rondom de Stille Oceaan, dus tussen de VS en Noord-Azië. Er is geen kerngroep meer die onderwerpen op de agenda krijgt en landen makkelijk meekrijgt. De verhoudingen zijn nu meer diffuus. Dat maakt het lastig om internationaal zaken voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld in de Wereld Handels Organisatie, WTO. We bevinden ons in een transitie naar een nieuwe wereldorde, met meer onduidelijkheid.’

Machtsevenwicht

‘De VS, die nog steeds een grote rol spelen, willen de regionale machtsevenwichten in stand houden, zoals het machtsevenwicht tussen de EU en Rusland, en tussen China en de buurlanden van China. Die geopolitieke strategie is er al vanaf de Eerste Wereldoorlog en deze wordt waarschijnlijk voortgezet, of Biden nu president wordt of Trump. China is de grootste geopolitieke rivaal van de VS. De VS willen geen oorlog, maar ook niet dat China hun positie overneemt. Dat heeft gevolgen voor de rest van de wereld, ook voor Nederland, kijk naar ASML. Dat is het meest waardevolle Nederlandse bedrijf en het meest waardevolle Europese technologiebedrijf, met China als de op twee na grootste afzetmarkt. De VS zorgen ervoor dat het vermogen om naar China te exporteren kleiner wordt. De vraag rijst of bedrijven klem komen te zitten tussen de VS en China.’

Chinastrategie

‘De opkomst van China en de geopolitieke reacties daarop van met name de VS heeft gevolgen voor Nederland. Er zijn twee aandachtspunten. Enerzijds de dreiging dat China te sterk wordt, en anderzijds de dreiging dat de rivaliteit tussen de VS en China, die nieuwe koude oorlog, schadelijk wordt. En dat kan verder gaan dan dat bedrijven in de problemen komen door gebrek aan afzetmarkt. Het kan uiteindelijk leiden tot een grootschalig militair conflict tussen de VS en China, met of zonder kernwapens. Dat zou rampzalige gevolgen hebben, op zijn minst economisch en waarschijnlijk ook militair. Daarom heeft Nederland een Chinastrategie nodig die rekening houdt met beide dreigingen, en die met elkaar integreert want ze zijn niet los van elkaar te zien. De grootste dreiging is nu die rivaliteit. De VS en China bereiden zich allebei voor een op een oorlog, die ze niet willen. Dat blijft de komende jaren zo. Nederland en de EU hebben beide sinds 2019 een Chinastrategie. Het probleem is dat de strategieën zich alleen op de eerste dreiging richten, de te grote afhankelijkheid van China. We missen een strategie over hoe om te gaan met die rivaliteit tussen de VS en China, en hoe die te verbinden met de dreiging van afhankelijkheid. Nederland heeft weinig invloed op de internationale orde, de EU meer. Als lidstaat kan Nederland een voorstel voor een Chinastrategie inbrengen, inclusief de twee componenten die deze moet hebben.’

Scenario’s

‘De wereld verandert. We moeten rekening houden met de mogelijk scenario’s, zoals een oorlog, om Taiwan of om een andere reden. Raakt Nederland militair betrokken, en hoe? Wat betekent het economisch? Wat gebeurt er als een Amerikaanse president de NAVO verandert? Een ander scenario is dat er geen oorlog komt, maar dat de spanningen blijven oplopen. Nederland en Europa hebben een visie nodig voor de komende vijf, tien en vijftien jaar.’



Meer informatie:
ChinaGeopolitics

Nutslezing 2023

Durven geloven in een rechtvaardige en duurzame stad

Prof.dr. Maarten Hajer

6 februari 2023 | Arminius Rotterdam

Een verslag van de Nutslezing 2023 door Henriette van Wermeskerken


Maarten Hajer neemt ons mee naar de toekomst van de stad, waar hij op een nieuwe manier naar kijkt. Ecologie staat voorop. De klimaatneutrale stad zorgt voor een verhoogde levenskwaliteit, zowel sociaal als persoonlijk. We moeten de stad ombouwen om die weer te laten functioneren, aldus Hajer. En het vertrouwen in de toekomst terugkrijgen. Om dat mogelijk te maken, laat hij zien hoe de stad van de toekomst eruit ziet. Zodat we durven geloven dat de stad rechtvaardiger en duurzamer kan.

Lees meer

‘Klimaat en milieu worden met doemdenken in verband gebracht. Dat helpt niet. Ik laat zien dat we er maatschappelijk enorm op vooruit kunnen gaan. Louis Kahn zei: “Iedere baksteen wil iets zijn, iedere baksteen heeft wensen.” Daarmee bedoelt hij dat je iets moet scheppen, iets moois maken. Urbanisme is stedenbouw als culturele politiek. De 21e eeuw is de eeuw van de ecologie. We moeten in het reine komen met onze natuurlijke omgeving. De wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog is een soortgelijke opgave als die van de ecologische ombouw waar we nu voor staan.’

Ongelijkheid

 ‘In de negentiende eeuw hebben we ontdekt dat fossiele brandstoffen, die meer dan vierhonderd miljoen jaar in de aarde zaten, ons kunnen verwarmen en doen voortbewegen. Onze uitstoot, een cumulatie van CO2, zorgt voor klimaatverandering. Als we zo doorgaan, zijn we over negen jaar door het anderhalve graden-doel heen. De onrechtvaardigheid op mondiale schaal is enorm. De voetstap van de top 1% van uitstoters, waar wij in Nederland bij horen, is 75 keer groter dan die van de laagste 50%. Veel mensen kunnen zich weinig veroorloven en leven volgens het anderhalve graden-doel. Wie rijker is, zorgt voor meer uitstoot. Ongelijkheid en klimaatverandering zijn met elkaar verknoopt.’

Verbinden

‘We moeten opnieuw kijken naar al onze gewoontes. Vijfentwintig procent van onze CO2 emissie heeft te maken met ons dieet. We eten te veel (rood) vlees. We moeten veranderen, maar we spreken uitsluitend in negatieve taal. De burger staart als een konijn in de koplampen. Niemand weet wat hij moet doen.

Maar waarom maken we zo weinig werk van wat een duurzame toekomst ons zou kunnen brengen? ‘Planning is persuasive story telling about the future’, zei James Throgmorton. Je wilt dat mensen optimistisch naar de toekomst kijken. We noemen het ‘futuring’, een werkwoord. Dat deden we vroeger ook al. ‘De stad der toekomst, de toekomst der stad, van Ir. A. Bos, is een bekend Rotterdams boek uit de tijd van de wederopbouw. Bos wilde het gemeenschapsidee in de stad brengen en verschillende groepen met elkaar verbinden. Het was een poging een gecoördineerd verhaal te vertellen en te delen. Dat is nu ook nodig. Er moet een groepsgesprek ontstaan tussen de mensen, niet alleen binnen de bestuurlijke elite.

De auto-industrie heeft het kopen van een auto verbonden aan het bepalen van je identiteit. En nu wil iedereen een SUV. Maar een SUV vraagt anderhalf keer meer staal dan een sedan van vroeger. Van dat extra staal kunnen we alle benodigde windmolens bouwen. We moeten de aspiraties ombuigen. Fossiele brandstoffen hebben ons veel gebracht, maar we kunnen er niet mee doorgaan.’

Utopie

‘Er is een traditie in de sociale wetenschap die de utopie als methode gebruikt door aantrekkelijke beelden op te roepen. De eerste strategie is terugdenken. We kunnen makkelijker terugkijken dan vooruit denken. Daarom gaan we naar het jaar 2050. We bedenken hoe het dan zal zijn, in plaats van dat we verzinnen hoe we alles duurzaam kunnen krijgen. Als de vraag naar fossiele brandstof terugloopt, hebben we minder raffinaderijen nodig. We hoeven dus niet alle raffinaderijen te verduurzamen, want een deel verdwijnt. In 2050 zijn woonwijken energiepositief. Dan komt er dus een netto leverantie van energie vanuit die wijken. De mobiliteit is volledig anders georganiseerd. Wonen en werken, dat na de Tweede Wereldoorlog uit elkaar is gehaald, komt weer bij elkaar. Dat zie je nu al gebeuren, bijvoorbeeld in de Marconitoren.’

Terras

‘Een tweede strategie is het zichtbaar maken van de bouwprojecten die al in de pijplijn zitten. Je laat zien hoe je steden of buurtschappen transformeert tot mooie, post-fossiele samenlevingen. Met diverse soorten woningen per wijk, met de hoogste energiestandaard, en aantrekkelijk om te zien. Er zijn al verschillende voorbeelden, zoals de Waalhaven in Nijmegen, Buurtschap Te Veld in Eindhoven en het derde IJburg-eiland van Amsterdam.  

Nog een strategie: onmogelijke werelden ervaarbaar maken. In New York is een drukke verkeersader getransformeerd tot terras. Iedereen was enthousiast, zowel de bewoners als toeristen. Vervolgens is die tijdelijke interventie permanent gemaakt. Mensen kunnen zich de toekomst moeilijk voorstellen, dus moet je die laten zien en ervaren.’

Publiek domein

‘Een vierde strategie is coalities bouwen en leren van de stadsvernieuwing. Je hebt een ‘social license to change’ nodig. Bewoners weten heel goed wat nodig is in hun wijken. De overheid moet de relatie met de samenleving oppakken, anders lukt de energietransitie niet.

Een vijfde strategie: mogelijke toekomsten zichtbaar maken. ‘Neighbourhoods for the future’ is een onderzoek naar wijken die ons een spiegel kunnen voorhouden. Voorbeelden zijn onder meer te vinden in Malmö en in Toronto. In Regent Park, Toronto, een wijk die zo onveilig was dat de politie er niet meer naar toe ging, zijn kwalitatief hoogwaardige appartementen gebouwd. Ze werden gefinancierd door er voor een derde deel hoog segment koopappartementen bij te bouwen. De openbare ruimte is beter ingericht. Er zijn gemeenschappelijke dakterrassen met moestuinen. De oorspronkelijke bewoners keerden terug en welvarender mensen wilden graag in de wijk komen wonen. Gentrificatie, maar zonder de negatieve gevolgen. In die nieuwe wijken van Zürich of in Vauban, Freiburg zijn geen auto’s te zien. Of de auto heeft geen voorrang meer. De appartementengebouwen hebben gemeenschappelijke voorzieningen als een fitnessruimte, een zwembad of een café.

Om mensen te laten verlangen naar dit soort steden, moet je die laten zien. Kijk bijvoorbeeld naar de animatie van Kaminski (te vinden op minuut 54.40 van bovenstaande video) waarin de Rotterdamse Bergweg van een drukke autoweg verandert in een groene oase waar geen auto’s zijn en waar kinderen op straat spelen. Zo maak je ecologisering zichtbaar.’

Infrastructuur

‘Wat steeds terugkomt: sturen op een nieuw doel, de sociale ecologie van de stad. De rechtvaardige stad vraagt om een eigen sociale infrastructuur. Je moet mensen tot samenwerking krijgen. Overheid en burger moeten elkaar weer vinden. De Leeszaal in Rotterdam West is een mooi voorbeeld. Behalve een leeszaal is het een ontmoetingsplek. Dat heeft een stad nodig. Het is ook een van de weinige plekken in de stad waar asielzoekers die wachten op hun aanvraag, terecht kunnen. Je wilt naar een publiek domein dat gedeeld wordt. Niet dat iedereen alles samen moet doen, maar je begeeft je wel in een gemeenschappelijke openbare ruimte. Een rechtvaardige stad is er ook voor nieuwkomers. Rotterdam is dat gewend en kan dat aan. Maar vang ze wel op in een sociale ecologie.’

Post-fossiele stad

‘Ik trek vier conclusies.

  1. Durven geloven. Er is een duurzaamheidsmultiplier: anders stoken, anders wonen, anders eten en andere mobiliteit versterken elkaar.
  2. Na het ik komt het wij. Versterken van de sociale ecologie van de stad is cruciaal om een duurzame en rechtvaardige stad echt aantrekkelijk te maken.
  3. De valkuil van de technocratie: we moeten heel hard werken aan draagvlak, de ‘social license to change’. De overheid heeft eigen taal ontwikkeld die zich moeilijk verhoudt tot de taal van burgers.
  4. De slag wordt gewonnen bij de aspiraties: de wensen en de verlangens. Er is werk aan de winkel om een post-fossiele stad tot leven te brengen.

Dat kunnen we bereiken. Onze kleinkinderen zullen verbaasd vragen of de straten vroeger echt vol stonden met auto’s. Mensen moeten iets anders gaan zien als waardevol om te bereiken, in plaats van een auto of een groot huis. Misschien wordt dat wel het hebben van tijd.’

Nut Rotterdam

Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen

Departement Rotterdam

De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen werd eind 1784 in de Republiek der Verenigde Nederlanden opgericht als genootschap tot de ‘verbetering van de burger- en schoolwezen’. Op 24 augustus 1785 werd in de stadsdoelen in Rotterdam het Departement Rotterdam opgericht.

Het Nut Rotterdam richt zich op het stimuleren van maatschappelijke ontwikkeling en educatie. Zij organiseert jaarlijks de Nutslezing en ondersteunt brede initiatieven op het gebied van onderwijs, letteren en cultuur, die ten doel hebben kennis en cultuur over te dragen en gericht zijn op uitwisseling, educatie en interactie tussen maatschappelijke groepen.
In de jaarlijkse Nutslezing wordt steeds een actueel maatschappelijk thema behandeld door een gezaghebbende spreker.

Geschiedenis

De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen is een van de oudste organisaties van Nederland. Zij werd in 1784 opgericht in Edam, om bij te dragen aan de volks­ontwikkeling en het verbeteren van de leef­omstandigheden. Het Verlichtings­denken bracht ook in Nederland een steeds algemenere wens naar een bredere volks­vertegenwoordiging, het verspreiden van kennis en wetenschaps­beoefening in bredere kring, en nieuwe ideeën over de zorg voor de minder bedeelden. De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen zette zich in nieuwe groepen naar een hoger maatschappelijk en zedelijk peil te brengen. Dat begon met de oprichting van nutscholen, nuts­bibliotheken, de organisatie van cursussen en lezingen, maar later ook met ‘de bevordering van de spaarzin’, waaruit de Nuts­spaarbank is voortgekomen.

Er werden al snel ook lokale departementen van ’t Nut opgericht, bijna overal in Nederland. In Rotterdam in 1785. En in 1819 werd de eerste steen gelegd voor het Nutsgebouw aan de Oppert, waar veel nutsactiviteiten konden plaatsvonden. Helaas ging dit gebouw in 1940 verloren.
In Rotterdam zijn vanaf 1785 Nuts(bewaar)scholen, een kweekschool voor onderwijzers, de Industrieschool, de Rotterdamse Nutsspaarbank, een instituut voor volksonderwijs (de latere Volksuniversiteit), volkstuinen, de leesbibliotheek en kinderleeszalen (onder andere in het Kralinger Volkshuis aan de Hoflaan) opgericht. In de jaren vijftig van de vorige eeuw volgde nog de oprichting van de Nutsacademie voor Pedagogische en Maatschappelijke Vorming, waar docenten voor het middelbaar onderwijs werden opgeleid, die later is opgegaan in de Hogeschool InHolland.

Inmiddels is in veel van de oorspronkelijke initiatieven door de overheid of andere (sociale) instellingen voorzien. Het Nut Rotterdam ondersteunt nu met een bescheiden fonds enkele projecten en initiatieven op het gebied van onderwijs, cultuur en educatie in Rotterdam. Daarnaast organiseert zij sinds 2004 weer jaarlijks de Rotterdamse Nutslezing. Een traditie die in 1818 gestart is in Rotterdam.

Dank voor uw interesse en veel plezier op de Nutslezing.